Jeremia 32:33

SVDie Mij den nek hebben toegekeerd en niet het aangezicht; hoewel Ik hen leerde, vroeg op zijnde en lerende, evenwel hoorden zij niet, om tucht aan te nemen;
WLCוַיִּפְנ֥וּ אֵלַ֛י עֹ֖רֶף וְלֹ֣א פָנִ֑ים וְלַמֵּ֤ד אֹתָם֙ הַשְׁכֵּ֣ם וְלַמֵּ֔ד וְאֵינָ֥ם שֹׁמְעִ֖ים לָקַ֥חַת מוּסָֽר׃
Trans.wayyifənû ’ēlay ‘ōref wəlō’ fānîm wəlammēḏ ’ōṯām hašəkēm wəlammēḏ wə’ênām šōmə‘îm lāqaḥaṯ mûsār:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Tucht

Aantekeningen

Die Mij den nek hebben toegekeerd en niet het aangezicht; hoewel Ik hen leerde, vroeg op zijnde en lerende, evenwel hoorden zij niet, om tucht aan te nemen;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יִּפְנ֥וּ

hebben toegekeerd

אֵלַ֛י

-

עֹ֖רֶף

Die Mij den nek

וְ

-

לֹ֣א

-

פָנִ֑ים

en niet het aangezicht

וְ

-

לַמֵּ֤ד

hoewel Ik hen leerde

אֹתָם֙

-

הַשְׁכֵּ֣ם

vroeg op zijnde

וְ

-

לַמֵּ֔ד

en lerende

וְ

-

אֵינָ֥ם

-

שֹׁמְעִ֖ים

evenwel hoorden zij

לָ

-

קַ֥חַת

aan te nemen

מוּסָֽר

niet, om tucht


Die Mij den nek hebben toegekeerd en niet het aangezicht; hoewel Ik hen leerde, vroeg op zijnde en lerende, evenwel hoorden zij niet, om tucht aan te nemen;

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!